Heeft u een mooie herinnering dan kunt u die hier uploaden of opschrijven. U kunt hierbij ook aangeven of u wilt dat de herinnering gepubliceerd wordt op de website of dat u de herinnering alleen wilt delen met de familie.

Nadat wij de herinnering hebben bekeken zullen we de openbaar te delen herinneringen plaatsen in deze rubriek.

Mocht het gaan om meer dan 3 foto’s of als de foto’s groter zijn dan 2MB per stuk dan kunt u het beste de foto’s uploaden via www.wetransfer.com. Het email adres dat u hiervoor kunt gebruiken is familie(apenstaartje)scheltema-vriesendorp(punt)nl

 Ik, Renée Delhez-van der Wateren, ben een nichtje van Els: onze moeders: Els’ moeder Anneke Vriesendorp-Bierens en de mijne: Els van der Wateren-Bierens, waren zussen.

Carlos heeft voor ons het huis met huisartspraktijk ontworpen, in Almelo aan De Schöppe. Zie het overzicht wat Carlos maakte van zijn werken.
Wij hebben daar met veel genoegen gewoond en gewerkt van 1980 tot 2002. Deze foto’s zijn van 1979 t/m 1981.

Tekst bij de foto : Huis met huisartspraktijk aan De Schöppe in Almelo, ontworpen voor Renée en Jan Delhez, 1980


Ons eerste contact met Carlos was aan het eind van onze studie in Groningen. Ik kreeg een baan als kandidaat notaris in Bussum en we moesten dus verhuizen. Via mijn schoonvader op zondag middag op bezoek bij de kenner van de vesting, Carlos dus. Het was 1972. Die raadde het ons sterk af om een huis in Naarden te kopen, veel veel te duur. Wel 150.000 gulden. Niet gedaan dus. En later heeft Carlos me bij de Nederlandse Bachvereniging gehaald en ben hem eerst opgevolgd als secretaris en daarna als voorzitter. Heb er nog heel goede herinneringen aan hoe Carlos met veel zorg en stijl dit gezelschap heeft gediend.


Ik was Carlos’ opvolger als correspondent van de Stichting Menno van Coehoorn, zat als voorzitter met Carlos in het bestuur van de Stichting De Vesting Naarden en heb met Els een aantal publicaties voorbereid over de restauraties van de Vestingwerken van Naarden. Ik draag warme herinneringen aan hen beiden door hun gastvrijheid, kennis en energie.


Dank je voor de uitnodiging voor de herdenking op 15 Febr. 2024.
Ik ben ondertussen ook 89 en dit trek ik helaas niet meer.
Wel zijn er vele fijne herinneringen aan Els en Carlos, o.a. een zeiltocht in Zeeland door de Schelde naar het 
Verdronken Land Van Saeftinghe – Alles over het Saeftinghe
Het Zeeuwse Landschap https://www.hetzeeuwselandschap.nl › saeftinghe
Het Verdronken Land van Saeftinghe is het Zeeuwse oerlandschap: schorren, geulen, slikken. Ontdek Saeftinghe: ga met een ervaren gids op excursie of wandel één van de routes. Natuur & ergoed. Bescherming & beheer.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een natuurgebied gelegen op de grens van Nederland en België. Het grootste deel van het gebied ligt in het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen. Dit 3580 hectare grote schorrengebied op de linkeroever van het estuarium van de Westerschelde is de grootste brak waterschor van Europa. Wikipedia

Ik denk dat dit een meerdaagse trip was vanaf Tholen, buitenom naar de Westerschelde en terug.
We hebben ons daar laten droogvallen en wat ik vooral van toen herinner is dat één van ons languit in de modder is uitgegleden en gevallen….

Je hebt al een fotootje van Els “achter in” de Alcyone, 7de rij van onderen, 2de van rechts onder de vlag. Misschien kun je deze ernaast tussen voegen. Die goede oude tijd…..

Graag hierbij mijn compliment over deze prachtige herdenkingssite.
Hartelijke groeten,
Engelbert Jannink


Met veel plezier denk ik terug aan mijn contacten en ontmoetingen met Carlos en Els. Toen ik directeur van het Nederlands Vestingmuseum werd, ben ik uitgenodigd op een ‘high tea’ in de tuin van hun huis in Naarden. We spraken over Naarden, het museum, forten en vestingen over de wereld en over het belang van behoud hiervan voor toekomstige generaties. Met Carlos had ik ook een bijzondere relatie dankzij Rotary Naarden-Bussum en de Stichting Menno van Coehoorn. Als voorzitter van deze laatste stichting krijg ik de verhalen te horen over de inzet van Carlos en Els voor de stichting, en voor het ‘International Fortress Council’, waarvan Carlos initiatiefnemer voor de oprichting was. Deze verhalen zal ik door blijven geven en ik ben ervan overtuigd dat velen dat met mij zullen doen. Op deze manier zorgen wij ervoor dat Carlos en Els voort blijven leven. Met hartelijke groet, Oscar F. Hefting, Voorzitter Stichting Menno van Coehoorn


Carlos en ik hebben als architecten samengewerkt bij de restauratie van West-Indisch Pakhuis, daarna verdere samenwerking. 
In 2015 regelmatig op Stadhuis over architectuur gesproken met de toenmalige Burgemeester Joyce Sylvester.


Aan beiden heb ik hele fijne herinneringen. Zij hebben op ons gepast toen wij nog klein waren en onze ouders op vakantie gingen. Het was altijd heel erg gezellig en er werd veel gelachen en ondernomen. Voor mij was Els een hele lieve vriendin toen ik op kamers ging in Amsterdam ging wonen en zij stond mij met raad en daad bij. Carlos was voor mij altijd “Pappie Carlos” vanwege zijn liefdevolle en beschermende houding jegens mij. Vooral toen ik toetrad tot de Kerkenraad van de PG te Naarden. Hij heeft mij toen gevraagd het stukje te schrijven in het boek over de Vesting over de 2 portretten die nu al enige jaren in de Grote Kerk hangen. Mijn man Fokko en ik hebben enige jaren erover gedaan om de financiele middelen bij elkaar te krijgen om ze te laten restaureren. Dit heeft Els en Carlos altijd heel erg geinteresseerd.
Ze waren dan ook erg blij met het mooie restauratieresultaat. Ik mis beiden nog altijd.


Mooi wat Carlos voor Naarden Vesting heeft uitgezocht en betekend heeft! Rust zacht Carlos en Els. 

✨

Ik kende Carlos vanaf mijn vroegste jeugd omdat hij vlak bij, Paulus Potterlaan, Naarden, ons woonde met zijn beide broers Philippe en Sikko. Carlos was toen te oud voor mij, maar Philippe was meer mijn leeftijd en een goede vriend.
Later toen Carlos in de Vesting woonde, hadden wij vaker contact, o.a. omdat hij en Els wel eens met mij gingen zeilen.
Ook in de Rotaryclub kwamen wij elkaar weer tegen en was hij de man die mijn Paul Harris Fellowship initiëerde.
Op assurantiegebied mocht ik hem ook terzijde staan. Een prima mens is heen gegaan.


Vanaf onze vroege jaren in Hengelo hebben we altijd contact gehad met Els en Carlos, soms in groter familieverband, vaak ook met ons vieren in Naarden,  in Almelo en de latere jaren in Delden waar Els en Carlos regelmatig een weekje in de Drost van Twente logeerden.


Els en Carlos hielden heel erg van vogeltjes.
Ze aten bij haar uit de hand. Wij hadden ook oppas kinderen zoals Els en Carlos en het was leuk als de vogeltjes ook bij hen uit hun hand aten. Dit vonden zij geweldig. We zijn 28 jaar buren geweest. Wij woonden op nummer 41.


Fijn jullie site en het artikel in de krant. Beiden waren van groot belang voor de strijd om behoud voor Naarden Vesting. Vanuit Heemschut besteed ik hier graag aandacht aan, want ze waren echt zeer actieve erfgoedbeschermers zonder wie de vesting er niet zo mooi had uitgezien.


Wij kennen elkaar vanuit de Gemeente. Raad , de vesting,TVE , de Vrienden van het Gooi. Ik ben ook in het bezit van de Luden Penning


Ik heb Carlos leren kennen toen hij in 1985 toetrad tot ons groepje huttentocht-lopers uit Kennemerland. die jaarlijks er op uittrokken in de Oostenrijkse Alpen.Het was een oude schoolvriend van Carlos, Robert Bicker Caarten, die hem had geintroduceerd. Carlos paste naadloos in onze groep. Hij bleek over een voortreffelijke conditie te beschikken;  Hij was toen na Robert de jongste. Waar bij anderen bij steile hellingen de ademnood wel eens toesloeg  bleef hij uiterst spraakzaam. In de hutten was boerenbridge het vaste  tijdverdrijf. Carlos hield niet zo van spelletjes – zei hij – maar hij offerde zich graag op en won vaak.
Hij heeft vijf  keer meegedaan, waarbij we prachtige tochten hebben gelopen en menige berg ,soms angeseilt, hebben beklommen, zoals de Wildspitze.
Daarna hebben wij elkaar uit het oog verloren, maar dat doet niets af aan mijn goede herinneringen aan  Carlos.



Ik heb met Els in de redactie van de schoolkrant van het gymnasium in Hengelo gezeten en was klasgenoot van haar zuster, terwijl mijn ouders goede vrinden van haar ouders waren. Ook Carlos met Els samen in Hengelo ontmoet en hun ook ooit bezocht in Naarden.


1)Roeivereniging Naarden circa 1960 2)Nederlandse Bachvereniging i.v.m. mijn aanmelding als Vriend voor het Leven – juni 1998. Carlos was toen secretaris mw.Gardeniers-Berendsen de voorzitter. Ik ontmoette Carlos en Els tijdens de vele Bachconcerten en de Matthäus Passion in Gr.Kerk Naarden


Wij herinneren Els en Carlos als gulle mensen in de ruime zin van het woord. Er was altijd ruimte, aandacht en interesse.


Els was een dierbare vriendin. Jaarclubgenote van Annetje en werkte samen met Leopold aan de restauratie van het grafmonument van Menno van Coehoorn. Met Carlos hadden wij ook na de dood van Els telefonisch contact.
Stichting Praalgraf Menno baron van Coehoorn
In 2002 werd ik gebeld door Els Scheltema-Vriesendorp . Ik kende haar uit Utrecht. Zij studeerde daar kunstgeschiedenis en was een jaarclubgenote van mijn echtgenote. Zij vertelde mij dat zij als bestuurslid van de Stichting Menno van Coehoorn, gehoord had dat het praalgraf van Menno van Coehoorn in de kerk van het Friese dorp Wijckel in een zodanig slechte toestand verkeerde dat gevreesd moest worden dat dit monument verloren zou gaan. 
Na de dood van Menno in 1704 hebben zijn kinderen ter ere van hun beroemde vader dit grafmonument laten maken. 
Het praalgraf is ontworpen door de hofarchitect Daniel Marot. 
Menno van Coehoorn was naast een groot veldheer, een beroemde vestingbouwer. In Nederland zijn talloze vestigingen naar zijn ideeën gebouwd.(o.a. Naarden en Willemstad)
Els vroeg mij of ik, als verre afstammeling van Menno, mij zou willen inzetten om het graf van de ondergang te redden. Dit heeft ertoe geleid dat in 2003 de 
Stichting Praalgraf Menno baron van Coehoorn in het leven werd geroepen. Na een intensieve en succesvolle fondsenwerving (geschatte kosten 300.000 EURO) en een uitgebreid bouwkundig onderzoek kon de restauratie in december 2006 beginnen.
Op 16 november 2007 vond de onthulling van het geheel gerestaureerde praalgraf plaats.
Het is aan het initiatief en enthousiasme van Els te danken dat deze “onbekende parel in Friesland” in zijn luisterrijke pracht is hersteld.
Het samenwerken met Els voor dit project was altijd inspirerend en buitengewoon plezierig.
Leopold van Sminia 
oud-voorzitter Stichting Praalgraf Menno baron van Coehoorn


Els en Carlos zijn hele bijzondere mensen met een hart van goud. Ik zal altijd warme herinneringen over hen met mij mee dragen.


Citaat uit het jaarlied van het jaar 1958  van de U.V.S.V. (Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging)

“Van heinde en verre zijn wij gekomen om te studeren in het Oude Sticht. Ons enthousiasme is niet te tomen. Dat zijn wij aan onze Club verplicht”. Dat was bij onze jaarclub S.O.S. heel duidelijk. We kwamen van heinde en verre en waren met zijn tienen ook heel verschillend maar zeker enthousiast. 

Wij maakten plezier, lachten en huilden met elkaar en waren toch op onze manier een eenheid. De studiedruk was heel verschillend. Diergeneeskunde (1), Tandheelkunde(2) en Biologie(1) stelden striktere prestaties en aanwezigheid bij colleges meer op prijs dan bijvoorbeeld  Kunstgeschiedenis (1), Rechten (2), Frans (2) of Sociale Geografie(1). Onze tijd in Utrecht was heerlijk. Er kon veel en er mocht veel en wij genoten elk op onze eigen manier. 

Els was een bijzondere jaarclubvriendin. Zij had uitgesproken meningen en smaken en die liet zij niet makkelijk los. Tot grote vreugde en ook hilariteit van de jaarclub ontbrak bij de huwelijksreceptie van Els en Carlos in “Carelshaven” in Delden het  toefje lila niet aan haar bruidsjurk. Zij had een bijzondere gave om kamers en huizen in te richten, altijd geraffineerd en fraai . Met heel weinig  kon zij verbazingwekkende effecten bereiken. Dat bleef altijd, ook na haar huwelijk met Carlos. Hun huis in de Vesting Naarden was romantisch, fantasievol en uiterst smaakvol ingericht en daardoor aantrekkelijk om er te verblijven.

Het huwelijk van Carlos en Els was echt een “Match made in Heaven”.  Wonderlijk goed pasten zij bij elkaar. Ik was zo blij dat zij juist deze man trouwde en niet met iemand, die geen oog had voor haar artistieke kwaliteiten, haar intellectuele interesses en haar vermogen om alles tot een feest te maken. Zij maakten samen fascinerende reizen langs alle vestingen van Menno van Coehoorn, Vauban en andere beroemde vestingbouwers, die zeer de moeite waard en buitengewoon interessant waren. 

Via onze connecties met Menno van Coehoorn hoorden wij vaak hun verhalen en bewonderden hun enthousiasme hiervoor. Zij hebben samen genoten van vele zaken en zoveel achtergelaten dat de wereld mooier heeft gemaakt. Els en Carlos, duizend maal dank daarvoor!



Els en Carlos, vrienden voor het leven

Els was een van de eerste bewoonsters van het meisjes studentenhuis aan de Johan de Wittstraat in Utrecht waar zij in 1958 kunstgeschiedenis ging studeren. Drie jaar later kreeg ik daar een kamer en maakte ik kennis met Els. Zij ‘resideerde’ er in een van de mooiste kamers, voorzien van een serre die uitzicht bood op tal van binnentuinen waaronder de onze. Het verhaal gaat dat zij daar af en toe  het gras knipte met een nagelschaartje.

Aanvankelijk hadden wij weinig contact zowel wegens de afstand in jaren als de afstand in huis want ik woonde op de bovenste verdieping. Maar allengs leerden wij elkaar beter kennen en ontwikkelde zich in de loop der jaren een hechte vriendschap. Ook met Carlos, met wie ik mijn liefde voor de bergen kon delen. Tot mijn afstuderen genoot ik regelmatig van hun gastvrijheid als ik een tentamen moest doen en bij hen in alle rust mocht studeren.

Ik heb Els altijd bewonderd om haar talent om van ‘niets’ iets te maken. Van vrijwel iedere maaltijd maakte zij iets bijzonders. Maar ook van de was ophangen: dat moest altijd op kleur zodat het een kunstwerkje werd.  Ook de metamorfose van een ‘kristallen’ kom van plastic, tot een wandlamp in de gang staat mij nog bij. En bovenal haar heel eigen manier van kleden. Zoals zij een omslagdoek om zich heen drapeerde…

Na mijn afstuderen verminderde noodgedwongen het contact toen ik redacteur werd bij de NRC. Menigmaal inspireerden Els en Carlos mij in die tijd om artikelen over Monumentenzorg te schrijven. De bezoeken aan hen werden helaas nog spaarzamer na mijn huwelijk en helemaal na de geboorte van onze eerste zoon. Om hem goed te ontvangen heeft Els mij liefdevol geholpen zijn wieg te bekleden. 

Het contact werd weer intensiever toen onze zonen groter groeiden en zij op Turfpoortstraat 39 mochten logeren of er hun verjaarspartijtje mochten houden. Met vanzelfsprekend als hoogtepunt een bezoek aan het Vestingmuseum. Ook hebben wij een paar maal samen Kerstvond gevierd.

Een enkele keer hebben Els en Carlos mij in Utrecht bezocht, waar ik sinds de negentiger jaren zelfstandig woonde. Bij een van hun bezoeken schonken zij mij een beeld van een Oosterse leermeester dat sindsdien een ereplaats heeft in mijn appartement. Een ander aandenken aan hen is ‘het kistje van Carlos’ zoals het in ons gezin wordt genoemd. Voordat Carlos namelijk zijn Pausmobiel inrichtte, had hij voor hun kampeertochten een heel ingenieus houten ‘kookkistje’ gemaakt, dat op een kampeerkrukje kon staan. Het bood -open geklapt- plaats aan twee branders en had een laadje voor de noodzakelijke kookspulletjes, terwijl de zijwanden functioneerden als windschermen. Tot mijn verrassing werd het mij na de entree van de Pausmobiel geschonken. Deze hulp in de kampeerhuishouding heeft mij op tal van kampeerreizen vergezeld en… oogstte nogal eens bewondering van mede kampeerders.

Tot slot denk ik met veel genoegen terug aan het project waar Els mij als eindredacteur bij betrok: de uitgave van een boek over het praalgraf van Menno van Coehoorn in de kerk te Wijckel en zijn landhuis en landgoed aldaar. Een mooie afsluiting van mijn werkzame leven, waar Els en Carlos van meet af aan deelgenoot van waren. Ik gedenk hen in grote dankbaarheid!


De vele uitzonderlijke prestaties in architectuur en vrijwilligerswerk komen bij een herdenking van Els en Carlos waarschijnlijk voldoende voor het voetlicht. Het zou jammer zijn als de rol van Els en Carlos als oppasouders onderbelicht zou blijven.

Els en Carlos hadden zelf geen kinderen. Toch hadden ze veel kinderen; niet door adoptie, maar doordat Els op vele kinderen paste of die kinderen eenvoudig bij hen langs kwamen. Een lange rij kinderen is kortere of langere tijd een soort pleegkind geweest. Ik vermoed dat voor de meeste kinderen – zoals ook voor mij – dat een zeer vormende ervaring is geweest. Die vorming begon al bij het interieur. De eigenaardige geur in de gang en de keuken waren met niets te vergelijken, de wapenschilden van de families Scheltema en Vriesendorp die daar hingen alsof je een beetje een ridderslot was binnengegaan en dan al die wonderlijke voorwerpen in het hele huis: antiek en curiosa beschrijft gewoonlijk een mengelmoesje van oude troep, maar bij Els en Carlos was het echt antiek en/of echt curieus en bij elk voorwerp hoorde een anekdote of een verhaal, en of het nou de marmeren eieren waren of het slapende jongetje in de stoel; het werden allemaal vertrouwde voorwerpen. Op de één of andere manier vormden al die dingen van de druivenrank buiten tot de ornamenten in de bibliotheek bij elkaar, een avonturenpark voor iemand die gevoelig was voor die esthetiek en sfeer. Een museum waar je (bijna) alles aan mocht raken.

Zoals veel mensen die zelf geen kinderen hebben hadden Els en Carlos de neiging kinderen aan te spreken zoals je volwassenen aanspreekt. En zo serieus genomen worden was vaak erg leuk. Met zelfbedachte regels, zodat kinderen toch kinderen bleven: met het houten zwaard van Olivier, wat achter de verwarming in de gang geklemd zat, mochten we alleen spelen als Olivier er niet was, als hij er wel was, was het van hem.

Els had altijd adressen waar ze naartoe ging en de kinderen mee naartoe nam, ook als die plaatsen niet echt voor kinderen geëigend waren. Zo kwam ik met haar op meerdere plaatsen (vrijwilligerswerk, archieven, schietvereniging) waar kinderen eigenlijk niet welkom waren. Els besprak ook allerlei onderwerpen die met kunst, historie, omgangsvormen en veel niet-alledaagse thema’s te maken hadden, die niet op school of in een gewone familie werden besproken. Een keer, maar toen studeerde ik al, zei ze dat ze had moeten afleren op oordelen van anderen en de smaak die gangbaar was af te gaan. Dat trof me toen, want als puber had ik Els en Carlos eerder voor enigszins burgerlijke conformisten gehouden (anders dan Philippe die meer bij Woodstock en Dylan leek thuis te horen). Toen besefte ik, dat Els en Carlos eigenlijk ten diepste non-conformistisch waren maar dan wel met een groot respect voor verleden en (architectonische) eenheid.

De ongedwongenheid waarmee ik er als kind binnenliep en een boek van Jeroen Bosch of het ivoren snijwerkje met vier gezichten in de hand nam, bleek toen ik later als volwassene daar binnenkwam verdwenen te zijn. Nu kwam ik als gast, alsof het paradijs er nog wel was, maar wat meer in een museum veranderd was. De enthousiaste conversatie van Els bleef, af en toe gecombineerd met een sprankelende opmerking van Carlos die even om de hoek kwam kijken. Toen ik Els vertelde dat ik predikant wilde worden gaf ze me meteen een paar niet-politiekcorrecte tips die zeker niet tot de opleiding behoorden, maar waarmee ik mij bij de meestal oudere gemeenteleden, die nog in een standenmaatschappij waren opgegroeid, trefzeker kon presenteren.

Toen ik kortgeleden weer even voor het huis in de Turfpoortstraat stond pakte ik de deurknop even vast en wist het weer: knop naar rechts draaien, deur naar binnen opendraaien en tegelijk met de rechterhand aan de bel trekken. Daarachter begon dan die andere wereld waarin je het gevoel had dat keuken en tuin soms uit stilistische overwegingen verwaarloosd werden, waar monniken hun eigen parfum fabriceerden, waar duif Anna voor altijd in haar kooitje zat, waarin slakken en schelpen eetbaar waren en waarin heden en verleden Frankrijk, Zwitserland en Nederland elkaar leken te ontmoeten.

Een vreemd gevoel voor mij als pleegkind dat dat “thuis” nu verdwenen is.


Els was mijn oppas in het eerste decennium van mijn leven. Daarnaast was ze ook betrokken bij vrijwilligers werk op mijn basisschool De Koningin Emma School. Op een dag verscheen ze verkleed als Koningin Emma op het schoolplein ter ere van het 75 jarig jubileum, tot mijn grote verassing. De foto’s die ik heb bijgevoegd komen uit een serie foto albums die Els heeft gemaakt voor mij toen ik opgroeide. Elk boekje beslaat een periode van twee jaar en er staan annotaties en krantenknipsel bij om de foto’s the contextualiseren. Een geweldige serie waar ik de rest van leven in terug kan kijken om die tijd te herinneren.


Ik denk met dankbaarheid terug aan de geweldige samenwerking met Elisabeth en Carlos in de International Fortress Council, aan onze excursies naar verschillende forten in Europa en vooral aan hun uitnodigingen naar Naarden. Hun gastvrijheid, onbevangenheid en warmte zal ik altijd onthouden.


Als nieuw raadslid in 2013 heb ik ontzettend veel geleerd van Carlos over de geschiedenis van Naarden Vesting. Als bewoner ben ik hem en Els enorm dankbaar voor hun inzet voor het behoud van de Vesting.


Begin jaren 90 leerden wij Els en Carlos kennen als medebewoners van de vesting. Wij waren net aan het Ruysdaelplein komen wonen. Er was een baby op komst. Wij zochten iemand die deelgenoot wilde worden van de zorg en opvoeding van onze kinderen. Een langdurige relatie moest het worden. Jaren.  Het liefst met iemand die zowel de Nederlandse als de Franse taal machtig was. Het geluk was met ons. Via een achterbuurvrouw ontmoetten we deze bijzondere mensen die meer dan dertig jaar onderdeel van ons leven zouden blijven. Van de geboorte van Laurence en Claire, tot hun volwassenheid en de mooie mensen die zij nu geworden zijn.

Els en Carlos hebben aan hun ontwikkeling en opvoeding liefdevol – en op geheel eigen wijze – bijgedragen. Ze leerden ze tafelmanieren en gaven samen een krant uit: de Nieuwe Ruysdaelse Courant (NRC). Samen schreven ze een stripverhaal over een olifant, knutselden een enorme raket voor een schoolmusical, organiseerden gezellige spaghetti-avonden met andere oppaskinderen, of ondernamen avontuurlijke expedities in kunst en natuur. Daarnaast maakten ze complete mappen en fotoalbums voor de kinderen.
Ze deden alles met enorme toewijding en werden veel meer dan alleen ‘oppas grootouders’. 

De schoonheid, geborgenheid en geschiedenis van de vesting werden ons ook door hen bijgebracht.

Wij gedenken Carlos en Els in grote liefde en genegenheid.
Wij blijven eeuwig dankbaar voor alles dat ze voor ons gezin hebben betekend.


Wij zijn de vier zonen van Nora Schuylenburg. Wij zijn ook vaak op bezoek geweest bij Els en Carlos, waaronder meerdere logeerpartijen. De gastvrije ontvangsten kunnen we ons nog erg goed herinneren. En het huis, waar we allemaal van hielden. 

De gezellige kamer boven. Met alle boeken, de warme zithoek en de televisie ergens verstopt. Al zou de vraag gesteld kunnen worden of er wel een televisie was! 

De prachtige, Zuid-Europees aandoende tuin. Het kantoor dat er serieuzer uitzag dan de studeerkamers die wij kenden. Met de indrukwekkende tekentafel waar we eigenlijk wel graag treinen of vliegtuigen op hadden willen tekenen. 

Knus eten in de keuken. Met de kooktoren van verschillende terracotta pannen op elkaar. De sinaasappel met kruidnagels erin waardoor het er heerlijk rook. 

En we waren altijd onder de indruk waar spullen vandaan gehaald werden uit opbergplekken. Els greep allerlei zaken vanuit het plafond!

Naast gezelligheid in het huis der huizen was er ook avontuur, want er was meestal ook een bezoek aan de vesting! Hier doken we in de ondergrondse gangen, in het museum zelf en soms zelfs daarbuiten – gangen die niet voor iedereen toegankelijk waren. Daar waanden we ons weer in de tijd van de actieve waterlinie, waarbij de verhalen van Els en Carlos natuurlijk hielpen om de vesting tot leven te brengen.

Lieve Els en Carlos, we missen jullie.


Het zal op 1 augustus 1968 geweest zijn dat ik voor ‘t eerst bij de Scheltema’s at. Na afloop gingen wij met het Zwitserse neefje van Carlos naar de vestingwal om ‘vuurwerk’ af te steken want het was de nationale feestdag van Zwitserland. 
Het was het begin van een hechte vriendschap waarin wij veel met elkaar ondernomen hebben. Met Els zat ik in het bestuur van het Vestingmuseum en was ik nauw betrokken bij Tussen Vecht en Eem en het tijdschrift daarvan. En toen ik in 1977 naar Amersfoort verhuisde was het Carlos die van mijn woning in de oude binnenstad een geriefelijk paleisje maakte. Zeer groot was mijn bewondering voor hem toen hij met één enkel gegeven de plannen van het Naardense gemeentebestuur om zeep wist te brengen. Het wilde een aardig plein met winkels realiseren aan de voet van van de kerk. Carlos wist precies te vertellen dat dat plein zo groot zou zijn als de markt van Delft tussen de Nieuwe Kerk en het stadhuis. Dat had niemand zich gerealiseerd en het plan werd afgeserveerd. Klasse.


Dankbaar ben ik dat onze levens zo verbonden zijn geweest. De Vesting als fundament in mijn leven, de Turfpoortstraat een tweede thuis. Mijn moeder is via jullie bij het Vesting Museum betrokken geraakt, ik ben daar opgegroeid en heb daar ook nog gewerkt als vrijwilliger. Tussen jou Els en mijn moeder is altijd een warme band geweest. En mijn vader was net als jij dol op vogeltjes. Mijn moeder had geen oppas nodig, maar ik was heel vaak bij jullie en kreeg een onvoorwaardelijke liefde en aandacht alsof ik een eigen kind was… het is/was zo’n band die je niet kan beschrijven, het was er en ik voel het nog steeds.

Herinneringen van spelen in de lange gang, jouw roze lippenstift altijd paraat, mijn konijntje “Sprinkie” die na een eindeloze zomer in jullie weelderige tuin nooit meer in een klein hokje terug gezet kon worden. Sprinkie bleef, knaagde het droogboeket in de eetkamer van onder steeds een stukje korter, sliep op de één-na bovenste tree van de trap en deed zijn behoefte keurig naast de wc in de badkamer boven. Ik heb mee gegraven aan het schuurtje in de tuin, vol bewondering gekeken hoe jij in de ochtend je haar toupeerde in hanenkam-pieken om deze vervolgens met 2 spelden in een keurige knot vast te zetten, de springbalsemienen in de tuin, op jouw hoge hakken paraderen, chocolademousse leren maken, jouw onorthodoxe manier van tuinieren, etiquette geleerd, altijd nette nagels te hebben en nog zoveel meer. En Carlos… jij was altijd aanwezig op de achtergrond, maar in die tijd nog druk met kantoor aan huis en de politiek.

Toen ik 17 was mocht ik een week of 3 bij jullie op adem komen. Een rusteloze puber die thuis even weg moest. Het heeft nooit tussen mijn moeder en jou gestaan. Het was goed.

Ik ging op mijn 19e naar Zwitserland au-pairen, vlak bij Neuchâtel en dat was een feest van herkenning voor jou Carlos. 

Ook Pim werd met open armen door jullie ontvangen. En hoewel jij absoluut niet van mannen met baarden hield, mocht Pim jouw wel heel voorzichtig een kus geven, net zoals egeltjes dat doen (heel zachtjes) zei ze altijd stralend. Jullie waren bij ons trouwen op Schiermonnikoog en we hebben daar later met onze kinderen hele fijne herinneringen gemaakt; krabben vangen, een kaarsje branden in de kapel aan de Badweg voor mijn moeder, vogeltjes kijken, zeehonden spotten en nog veel meer.

Jullie werden ouder maar onze band bleef onverminderd diep , ik ben zeer dankbaar dat ik tot aan het eind van jullie levens daar een deel van heb mogen uitmaken.

– Lieve Els en Carlos – Rust in Liefde –


Als kleine baby tot mijn twaalfde jaar kwam ik 3 dagen per week bij Els en Carlos, samen met mijn zusje Claire. Ook gingen we soms bij ze logeren: dat was echt een feest! ‘s Ochtends lag er dan een klein schoteltje met snoepjes naast ons bed. 

Els en Carlos hebben ons ontzettend liefdevol verzorgd en mede-grootgebracht. Op de Turfpoortstraat was altijd tijd, aandacht en creativiteit. Verkleedpartijen op zolder, vissen met magneetjes in het fonteintje in de tuin, een spel met stukjes appel na de lunch, noem maar op. 

Naast spelen hebben ze ons ook veel geleerd. Over vogels en de natuur, als we meegingen naar forten en musea, maar ook door ons te stimuleren op onderzoek uit te gaan op de Vestingwallen. Wat ik erg bijzonder vind is dat Carlos samen met mij een krant heeft uitgebracht (zie het ingestuurde filmpje van ons samen op RTL (scroll iets verder naar boven Red.). In de krant stond ook een stripverhaal van olifantjes die we samen hadden gemaakt. Een door Carlos prachtig getekend verhaal waar ik een kopie van kan toesturen mocht iemand dat leuk vinden.

Ik denk met veel dankbaarheid en genegenheid terug aan die tijd. Ze zijn heel vormend voor ons geweest en ik zal dit voor altijd met me mee dragen en doorgeven.  

Laurence van der Wal (nu 32 jaar)


Wij “familie Wilhelm” toen op nr.43 hebben Carlos en Els zien komen in hun. Statige huis. De tuin werd een plaatje de vertrekken met prachtige
meubels een piepkleine keuken. De keukenmeid kreeg niet veel werkplek. In opdracht van buurtgenoten tekende ik de voorkant en de achterkant
Van hun huis. Els vroeg mij geregeld op de koffie. We bespraken het wel en wee van de Vesting. Wijnand “mijn man” en Carlos spuiden via de toen
Naarder courier hun wederzijdse mening. Waarover weet ik helaas niet meer. Altijd in hoffelijke stijl.
Kortom Carlos en Els een markant stel.


Met Els heb ik vele dagtrips gemaakt naar musea in het hele land. Het waren leerzame en gezellige dagen die ik nog altijd mis. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik Els en Carlos tot mijn vrienden mocht rekenen en ben ze daar heel dankbaar voor.


Groot respect is de regio en Naarden in het bijzonder verschuldigd aan beide cultureel bevlogen echtelieden. Aan Els wegens haar jarenlange inzet voor Tussen Vecht en Eem. Ook voor samen met Carlos zich inzetten voor de vesting.
Met Carlos kruisde ik namens het bestuur van de Vrienden van het Gooi in de jaren ‘90 de degens over de te hoge prijs die opknappen van de vestingmuren zou betekenen voor plantjes en beestjes.
Met Carlos zocht ik contact met 
Kamerleden onder wie Vera Bergkamp om druk te zetten op minister Blok bij het afstoten van de vesting. De prijs voor de bruidschat ging wel omhoog, afstoten hielden we niet meer tegen.
Veel dank aan beiden is op z’n plaats voor wat zij betekend hebben voor de gemeenschap.


Wij ook nog wat portretten gevonden van Els en Carlos!





Scroll naar boven