HERDENKING VAN ELS EN CARLOS – 15 FEBRUARI 2024
In 1970 kwamen Liesbeth en ik in de Turfpoortstraat wonen (op het hoekje op no. 59, tegen de
vesting wal). Net als Els en Carlos werden wij aangetrokken door de geschiedenis, de uitdagingen van
restauratie en de sfeer in de Vesting. Verschillende van onze vrienden elders zeiden: hoe kan je in
deze achterbuurt- net getrouwd zijnde- gaan wonen. Inderdaad was het heel speciaal – met vele
open plekken in de bebouwing, onbewoonbaar verklaarde woningen, en een vestingwal die aan de
binnenzijde met prikkeldraad was afgezet, want het betreden was levensgevaarlijk met
overwoekerde diepe gaten op veel plekken. Maar juist die situatie en de mentaliteit van de
Vestingnaren sprak Els en Carlos, en ook ons aan. Als je je maar opstelde als Naardinees.
We dronken een pilsje ’s avonds in de straat met de aanwonenden, ook Els en Carlos,
zittend op onze vuilnisbak en interesseerden ons ook over de lokale onderwerpen.
En nu, een halve eeuw later kun je niet meer voorstellen hoe het toen was: met al die
levensgevaarlijke instortingen. Zoals stad en vestingwerken er nu uitzien is voor een belangrijk deel
te danken aan de inzet, kennis en toewijding van Carlos en Els.
Uiteraard was Carlos de architect van ons te verbouwen Naardense huis- we hadden immers al veel
gehoord over Carlos en Els via vrienden (Burchard Elias, Nora Schuylenburg) en via de familie
Vriesendorp (een oom van Els was een heel goede vriend van mijn vader). Er ontstond een hechte
vriendschap, mede ook door de universitaire achtergrond van onze echtgenotes- Els met haar kunst
geschiedenis en Liesbeth als prae-historicus. Daarnaast was er de emotionele band die Carlos en ik
delen met Frans- Zwitserland, maar daarover zo meteen meer. Een extra dimensie ontstond toen
onze oudste kinderen, Floris eerst en daarna Joost, beiden geboren in de Vesting, bij Els werden
geparkeerd, waardoor feitelijk het ‘instituut’ van de oppaskinderen bij de Scheltema’s ontstond.
Na 5 jaar vertrokken wij uit de Vesting om in Twente te gaan wonen; ook dat gaf weer een
verbinding; Els was daar opgegroeid en haar ouders woonden nog in Hengelo; we zagen Els en Carlos
regelmatig langskomen. Maar belangrijker nog was dat Carlos de verschillende verbouwingen ook
voor ons in Twente ontwierp en begeleidde. Echter Carlos kon geen syllabe verstaan wat de
bouwvakkers zeiden, zodat Els en Liesbeth het Tukkers voor Carlos vertaalden bij zijn directievoering.
Voor Carlos was Frans zijn tweede, of misschien wel zijn eerste taal, en dat spraken hij en ik vaak
samen. Carlos, met zijn moeder afkomstig uit Neuchatel, ging regelmatig naar Frans -Zwitserland.
Dat voelde voor hem als waar hij thuis hoorde. Heel vele jaren gingen Carlos en Els naar Zwitserland
met hun bekende kleine tot kampeerauto ingerichte auto die van alle gemakken voorzien werd.
Els voelde zich niet altijd thuis tussen de Zwitserse frans-sprekende familie
en ging zeker de laatste jaren niet meer met Carlos mee. Carlos bezocht tijdens zo’n verblijf alle
uithoeken van Zwitserland per trein; dit alles vanuit Chaumont, de berg boven Neuchatel waar de
familie een buitenhuis had. Ook Liesbeth en ik gingen met onze kinderen zeer frequent naar
Zwitserland, waar we een huis hebben nota bene vlakbij het dorp waar Carlos Zwitserse familie
vandaan komt: Le Chable. De laatste jaren toen zelf chaufferen naar Zwitserland voor Carlos te
bezwaarlijk werd en de trein ook niet meer ging, nam ik Carlos verschillende keren mee en reisden
we ook enkele malen samen per vliegtuig naar Geneve. Hij genoot van dat vliegen en vooral dan
de Alpen vanuit de lucht te zien en te landen in Genève langs het Lac Léman.
Sedert 10 jaar wonen wij ook weer in de Vesting, zelfs weer in dezelfde Turfpoortstraat. We zagen Els
en Carlos opnieuw regelmatig, vaak even voor een kop koffie in hun keuken of tuin, zoals velen
dat kenden. Een wens van de Scheltema’s was om een keer het gerestaureerde Hubertus Jachtslot
op de Hoge Veluwe te bezoeken. Nog met Els kon ik dat regelen om samen met Jack en
Therees Patijn daar zelfs te overnachten en met ons zessen 2 dagen te beleven op welke wijze de
Kröller- Müllers destijds daar leefden . Deze uitstap naar het Jachtslot was een groot succes.
Carlos bekeek de details van de renovatie, becommentarieerde veel in positieve en beschouwende
zin. We genoten van dit bijzondere samenzijn waar we nog lang over napraatten.
Carlos kwam regelmatig op zondagochtend bij ons koffie drinken in de periode na het overlijden van
Els. We spraken dan vaak over de Alpen, en ook over wat is gerealiseerd in 50 jaar in de Vesting.
Carlos had mij gevraagd voor het bestuur van de Stichting De Vesting Naarden, een organisatie die
jaren geleden door hem en René Meyer is opgericht, om de kennis over de Vesting te bevorderen.
Dat zetten we voort!
Verdrietig was het dat Carlos zijn huis aan de Turfpoortstraat 39 met herinneringen van 55 jaar
na zijn val moest verlaten. Carlos was de laatste jaren zonder Els daar wel vaak eenzaam. Behalve
op vrijdag voor lunch bij broer Sikko en schoonzus Edith waar Carlos van genoot. Zo ook van het
koffie-moment op zondag bij Liesbeth en mij, wanneer we vaak ook voor een deel even Frans
spraken. Na Carlos vertrek uit de Vesting, bezochten we Carlos in Hilversum nog frequent.
In zijn laatste verblijf in het Rosa Spierhuis, kwamen wij pas weer bij Carlos toen Liesbeth daar ook
noodgedwongen moest gaan wonen. Wat zorgzaam voor Carlos waren in die periode Vivienne
Scheltema en Hans Steensma, en ook Els zusje Bien Vriesendorp.
Met Carlos uitvaart uit het Rosa Spier Huis is ook de dierbare vriendschap van een halve eeuw tussen
de Scheltema’s en Schreve’s tot een eind gekomen.
Adieu, Carlos; je te manque déjà beaucoup. Je vais saluer les Alpes de ta part fréquemment.
Lieve Els, wij herdenken je met genegenheid voor je trouw en immer intense belangstelling voor ons
gezin.
Frank H. Schreve
Naarden Vesting, 15 februari 2024