Ds Lennart Heuvelman

Beste, lieve familie en vrienden van Carlos en Els Scheltema-Vriesendorp,

Mijn naam is Lennart Heuvelman en vandaag ben ik uw ‘koopman en dominee’ in één.

Evenals bij de crematieplechtigheid van Carlos, is het mij ook nu een eer te mogen spreken bij de herdenkingsbijeenkomst van Els en Carlos tezamen.

Op een plek die voor mij heel vertrouwd is en ook voor Carlos en Els wás. 

Tot voor kort was ik gedurende zo’n kleine 15 jaar predikant van de Protestantse Gemeente te Naarden, die gewoon is (op een klein aantal zondagen per jaar na) samen te komen in deze prachtige Grote Kerk, die zowel Carlos als Els een warm hart toedroegen, een plek die hen dierbaar was.

Het was in mijn hoedanigheid als predikant dat ik in 2008 Carlos en Els voor het eerst ontmoette, om bij hen thuis in het prachtige huis in de Turfpoortstraat kennis te maken. Een kennismaking die zich naarmate de tijd vorderde steeds meer zou verdiepen en niet alleen op kerkelijk erf, integendeel. Maar daarover straks meer.

Ik was niet alleen onder de indruk van de boekenkast en de aard van de boeken, ik kan het nooit nalaten om een snelle blik op een boekenkast te werpen, maar vooral ook onder de indruk van de belezenheid en enorme kennis van architectuur, historie, kunst. Bij onze eerste kennismaking had ik namelijk nog geen idee met wie ik eigenlijk te maken had… Maar dat werd snel duidelijk. Architectuur en kunst, vestingbouw en vestingsteden en de vesting Naarden in het bijzonder bleek de gedeelde passie van Carlos en Els. Met een indrukwekkende deskundigheid bij beiden.

Ik kwam als predikant om kennis te maken, Carlos en Els vertelden al gauw dat ze er een nauwgezet ritme op na hielden: de ene zondag werd de Grote Kerk bezocht, de andere zondag de Rooms-Katholieke Sint Vituskerk. Het klonk als een soort ‘winstwaarschuwing’ dat ik niet elke zondag op het echtpaar Scheltema-Vriesendorp hoefde te rekenen, ik vond het een buitengewoon genereuze manier van omgaan met de verschillende kerkelijke tradities van Carlos en Els. De betrokkenheid van zowel Carlos als Els bij de Protestantse Gemeente was groot en als het even kan wáren ze in de Grote Kerk. Met een waarderend woord, altijd inhoudelijk, en na afloop een welgemeend ‘dank je wel en een fijne zondag!’

Op gezette tijden bezocht ik Carlos en Els vaker bij hen thuis, om bij te praten. Ik had mijn werkkamer in het kerkelijk bureau in de Annastraat en zo troffen we elkaar ook gewoon op straat voor een gesprekje als Carlos en Els – en na het overlijden van Els in 2018 – ook Carlos alleen op weg was naar de Marktstraat voor een boodschap. Ik kan nu wel zeggen dat als ik Carlos en Els langs zag lopen, ik net met een even wat snellere pas naar buiten ging lopen voor een korte ontmoeting. 

De ontmoetingen waren immer heel geanimeerd, waarbij Carlos en Els inhoudelijk wilde spreken over kerkelijke zaken en ik me wilde laven aan hun kennis van kunst en architectuur en vooral ook van de vesting. Het resultaat was een goede mengeling van dat beide, een ‘battle’ van wat voorrang verdiende in de goede zin van het woord. 

Overigens is het boeiend om de brief van september 2014, verpakt in een paginagrote advertentie, aan de majesteit nog eens terug te lezen, waarin Carlos zijn sympathie uitsprak voor de terughoudendheid van de Koning wat betreft diens spreken over geloof. En gelijk had Carlos! ‘Majesteit, u en ik geloven in God.’ Dat hoef je niet altijd van de daken te schreeuwen, daarbij verwijzend naar Willem de Zwijger.

Onze wegen zouden elkaar steeds vaker kruisen, niet alleen op pastoraal vlak maar ook met betrekking tot onze verbondenheid met het Vestingmuseum. Vrij snel nadat ik predikant in Naarden geworden was, werd ik gevraagd als bestuurslid bij de Vrienden van het Vestingmuseum door Alexander Huiskes, toen nog de bijna-buurman van Carlos en Els in de Turfpoortstraat. Samen met Bram van der Spelt en Aimée Vegter probeerden we de Vrienden van het Vestingmuseum nieuw leven in te blazen. 

Ik werd zodoende voorzitter van de Vrienden van het Vestingmuseum. Voor degenen die met deze vrienden niet zo bekend zijn: de vrienden van het Vestingmuseum is een gezelschap van donateurs van het Vestingmuseum, maar belangrijker nog: iedere donateur is eigenlijk ook ambassadeur van het museum. 

En niet onbelangrijk: de collectie van het Vestingmuseum is ondergebracht bij de vriendenstichting. Eventjes als ‘de koopman’: Ik kan iedereen, in de geest van Carlos en Els, alleen maar aanraden vriend van dit gezelschap te wórden.

Wat ik toen nog niet wist, maar al snel ontdekte en te horen kreeg, was dat – hoe kan het ook anders Carlos – bestuurslid was geweest bij de Stichting Het Nederlands Vestingmuseum en Els 14 jaar lang bestuurslid was van de Stichting Vrienden van het Vestingmuseum. Ik heb van Carlos en Els ontzettend veel geleerd over de geschiedenis van Naarden-Vesting en de omgeving waarin ik toen nog een groentje was, van vestingbouw en historie in het algemeen. Waarbij hun prachtige huis aan de Turfpoortstraat op zich al een huiselijk museumdecor en -setting vormde. 

En minstens zo belangrijk toen ik begon als voorzitter van de Vrienden van het Vestingmuseum: ik heb heel veel mogen leren van de kennis en ervaring van Els en Carlos bij het besturen van het museum en het vriendengezelschap, het ontstaan van het museum en zeker ook: hoezeer het museum de moeite waard is overgedragen te worden aan de komende generaties, de toekomst. Dat was misschien wel het belangrijkste. Zowel het bestuur van het museum als het bestuur van de vrienden ervan zijn Carlos en Els veel dank verschuldigd voor al hun tomeloze inspanningen in het verleden en hun nooit aflatende betrokkenheid erbij. Ik zeg dit overigens op persoonlijke titel en op dit moment niet als vertegenwoordiger van een van beide besturen. 

Els en Carlos waren in dat opzicht (en in meerdere opzichten) in de goede zin des woords ‘traditioneel’, wat in de basis niet anders betekent dan overdragen en doorgeven. Dat was van waarde is, maar soms ook even kwetsbaar. Daar waren Carlos en Els zich beiden van bewust want zo zeker is het bestaan en het overleven van de vesting lang niet altijd geweest. Niet tijdens de Spanjaarden, niet tijdens de Fransen, maar ook niet door de toestand van de vesting in de afgelopen eeuw of door dreigende politieke keuzes. Daarom is niet alleen het museum, maar de vesting als geheel Els en Carlos veel dank verschuldigd. 

Frits van Dulm zei het heel treffend in het interview in de Gooi en Eemlander: ‘Carlos en Els hadden gedurende hun leven diverse oppaskinderen, maar kregen zelf geen nazaten. Hun erfenis en nalatenschap zit in de vesting.’

Nu als dominee: bij de crematieplechtigheid van Carlos citeerde ik uit Psalm 91, in de vertaling van Huub Oosterhuis. Ik doe dat ook hier nu, voor Els en Carlos beiden. 

‘Wie woont onder de hoede van de allerhoogste God,

wie overnacht in de schaduw van God almachtig,

hij zegt tot de Heer: mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God,

op U stel ik heel mijn vertrouwen.’

Dat is om niet om van de daken te schreeuwen, maar een intens gevoel van veiligheid en geborgenheid in je hart. En dat is voldoende.

In dat geloof gedenken we Els en Carlos hier in de Grote Kerk, in dat geloof weten we Carlos en Els geborgen bij de Eeuwige.

Dat de gedachtenis aan Carlos en Els Scheltema-Vriesendorp ons zal inspireren en tot voorbeeld zal zijn te koesteren wat ons is overgedragen en die traditie voort te zetten, zowel van de vesting als van wat waardevol én kwetsbaar is. Ik dank u.

Lennart Heuvelman, 15 februari 2024.

Scroll naar boven